Vragen of afspraak maken?

Stuur ons een bericht op Whatsapp

Geplaatst op 24 augustus 2023

Bpf Reiswerk mocht opteren voor collectieve waardeoverdracht en korten

Recent heeft Rechtbank Amsterdam zich uitgelaten over de vraag of Bpf Reiswerk over mocht gaan tot een collectieve waardeoverdracht voorafgaand aan haar liquidatie en in dat kader het doorvoeren van een aanzienlijke korting op de opgebouwde pensioenaanspraken en -rechten van de deelnemers.

Feiten en omstandigheden

In totaal 473 deelnemers van Bpf Reiswerk hebben een procedure aanhangig gemaakt tegen Bpf Reiswerk, Stichting Pensioenfonds PGB (verder PGB, de overnemende pensioenuitvoerder) en DNB. Wat is er gebeurd? Bpf Reiswerk verkeerde vanaf 2015 in financiële moeilijkheden en kon niet meer voldoen aan de vereiste dekkingsgraden. Die bleef in de daaropvolgende jaren hetzelfde. Om die reden heeft Bpf Reiswerk in 2020 besloten de pensioenverplichtingen collectief over te dragen naar PGB. Gezien de slechte financiële situatie van Bpf Reiswerk heeft PGB als vereiste voor deze overdracht gesteld dat de aanspraken c.q. rechten van de deelnemers in evenwicht werden gebracht met de beschikbare middelen van Bpf Reiswerk. Dit heeft als gevolg gehad dat de pensioenaanspraken en -rechten gekort zijn tussen de 9% en 18%. De RVT en het VO van Bpf Reiswerk hebben hiermee ingestemd. De betrokkenen zijn hierover geïnformeerd. DNB heeft géén verbod opgelegd voor de waardeoverdracht, gezien de financiële positie van Bpf Reiswerk. Na de overdracht naar PGB is inmiddels een indexatie van 10% toegekend.

Vordering eisers

Desondanks kunnen eisers zich niet vinden in de waardeoverdracht en daarmee samenhangende korting op de pensioenaanspraken en -rechten. Zij vorderen een verklaring voor recht dat gehandeld is in strijd met artikel 17 Handvest EU (bescherming eigendomsrecht) en artikel 20 Pensioenwet (opgebouwde aanspraken en rechten mogen bij een wijzigen niet veranderen).

Oordeel kantonrechter

De kantonrechter is het hier niet mee eens. Allereerst zijn eisers in de vordering jegens DNB niet ontvankelijk, omdat daarvoor een met rechtswaarborgen omklede procedure openstaat waarvan bijna alle eisers geen gebruik hebben gemaakt. Inzake Bpf Reiswerk en PGB is de kantonrechter van mening dat geen sprake is van een ongerechtvaardigde aantasting van de pensioenaanspraken en -rechten, maar van een noodzakelijke ingreep om die aanspraken en rechten zoveel als mogelijk veilig te stellen. De financiële positie van Bpf Reiswerk was zo dat het waarschijnlijk was dat zij niet aan al haar verplichtingen ten opzichte van de deelnemers kon voldoen. Daarbij heeft een zorgvuldig onderzoek naar de mogelijke oplossingen plaatsgevonden. Een collectieve waardeoverdracht was de beste optie. Hiervoor was een verlaging van de pensioenrechten- en aanspraken noodzakelijk, maar die verlaging is conform artikel 134 PW (het korten van pensioenaanspraken en -rechten). Het kon immers niet van PGB en haar deelnemers verwacht worden dat die het dekkingstekort van Bpf Reiswerk voor hun rekening zouden nemen. Eisers wordt verder tegengeworpen dat zij niet inzichtelijk hebben gemaakt welk alternatief dan beter voor hen zou zijn geweest. Daarmee is de vordering feitelijk ongegrond en blijft de kantonrechter weg van het beantwoorden van de vraag of eisers zich kunnen beroepen op artikel 17 Handvest EU en de vraag of pensioenaanspraken- en rechten als eigendomsrecht beschouwd kunnen worden.

Conclusie

Ondanks de aanzienlijke verlaging voorafgaand aan de collectieve waardeoverdracht, was het volgens de kantonrechter in deze situatie de beste oplossing, die door eisers geaccepteerd moet worden. Dat wil niet zeggen dat een dergelijke korting altijd de oplossing is.

Neemt uw pensioenfonds drastische beslissingen waaraan u twijfelt, neem dan contact op met Gommer & Partners Pensioen Advocaten. We brengen uw mogelijkheden graag in beeld.

Dit artikel is geschreven door mr Linda Evers MPLA

Contact

Neem contact met ons op

"*" geeft vereiste velden aan

*
*
*
*