Vragen of afspraak maken?

Stuur ons een bericht op Whatsapp

Geplaatst op 28 februari 2024

Hoge Raad stapt af van onderscheid primaire dekkingsomschrijving en preventieve garantieclausule

In haar recente arrest heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het door haar ontwikkelde onderscheid tussen een primaire dekkingsomschrijving en een preventieve garantieclausule niet langer van toepassing is. Dit is een voor de verzekeringsrechtpraktijk én rechtspraak belangrijk oordeel en zal leiden tot meer eenduidigheid in de rechtspraak. Wat was er aan de hand?

Toelichting

In haar eerdere arresten Biςak/Aegon en Valschermzweeftoestel was de Hoge Raad tot dit onderscheid tussen een primaire dekkingsomschrijving en preventieve garantieclausule (ook wel vervalbeding genaamd) gekomen.

Wat betekende dit in de praktijk? Dit betekende dat als de oorzaak van de schade en de uitsluiting in de polis niets met elkaar te maken hadden, de verzekeraar in de ene situatie (preventieve garantieclausule) toch gehouden kon zijn om op grond van de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid tot een uitkering over te gaan en in de andere situatie (primaire dekkingsomschrijving) niet.

Deze gedachte was gebaseerd op het uitgangspunt dat een verzekeraar moet kunnen bepalen wat de grenzen zijn van wat zij wil verzekeren of niet. Wil ze iets niet verzekeren dan is sprake van een primaire dekkingsomschrijving en moest het volgens de Hoge Raad niet mogelijk zijn om dat een verzekeraar alsnog via de redelijkheid en billijkheid gehouden was dekking te verlenen. Er was immers geen sprake van dekking. Bij een preventieve garantieclausule is deze dekking er wel, maar kan hierop geen beroep worden gedaan, omdat niet aan de voorwaarden is voldaan.

In de praktijk liggen beide vormen van uitsluiting erg dicht tegen elkaar en is dat een kwestie van het uitleggen van de polis. Dit leidde derhalve tot onduidelijkheid, veel discussies en divergerende rechtspraak. Verzekeraars probeerden uiteraard zoveel mogelijk bepalingen als primaire dekkingsomschrijving bestempeld te krijgen (geen beroep op de redelijkheid en billijkheid mogelijk voor de verzekerde) en verzekerden probeerden juist een beding als een preventieve garantieclausule bestempeld te krijgen (omdat dan wel een beroep op de redelijkheid en billijkheid mogelijk was).

Biςak / Aegon

De beide genoemde eerdere arresten van de Hoge Raad maken een en ander wat duidelijker. Biςak had een brandverzekering bij Aegon afgesloten voor zijn café. In het café ontstaat brand, waarvan de oorzaak in de meterkast lag. Aegon weigert uit te keren, omdat Bicak in strijd met een van de voorwaarden plastic afvalbakken in het café had staan in plaats van de voorgeschreven metalen afvalbakken. Vaststond dat deze plastic afvalbakken niet de oorzaak van de brand waren en deze de brand ook niet hadden uitgebreid. Nu volgens de Hoge Raad sprake was van een preventieve garantievoorwaarde, oordeelde ze dat Aegon de claim niet kon afwijzen, omdat de voorwaarde inzake de metalen afvalbakken op grond van de redelijkheid en billijkheid niet aan Biςak kon worden tegengeworpen.

Valschermzweeftoestel

Anders oordeelde de Hoge Raad in dit arrest. In casu was sprake van een vlucht uitgevoerd door een met behulp van een liersysteem opgetrokken valschermzweeftoetsel. Dit toestel stort neer met letsel als gevolg voor de piloot en de passagier. De passagier spreekt de piloot aan. Voor het gebruik van het liersysteem was een vergunning vereist en in de polis was opgenomen dat dekking was uitgesloten als schade is ontstaan door een liersysteem, tenzij een vergunning voor het gebruik hiervan was afgegeven. Dit was niet het geval, maar het ongeval had niets te maken met het liersysteem, zo kon de piloot aantonen. De aangesproken piloot stelde zich dan ook jegens de verzekeraar op het standpunt dat het niet voldoen aan de polisvoorwaarde om een vergunning aan te vragen niet in oorzakelijk verband stond met de ontstane schade en dat dus een beroep op deze voorwaarde terzijde gesteld moest worden op grond van de redelijkheid en billijkheid. De Hoge Raad was echter van mening dat deze voorwaarde geen preventieve garantieclausule was, maar een voorwaarde voor dekking. De verzekeraar wilde zonder vergunning geen dekking verlenen. Deze dekking kon dan niet alsnog ontstaan door een beroep op de redelijkheid en billijkheid.

Zoals gezegd leidde dit onderscheid tussen beide bedingen (primaire dekkingsvoorwaarden danwel een preventieve garantieclausule) tot veel onduidelijkheid in de verzekerings- en rechtspraktijk.

In haar recente arrest heeft de Hoge Raad dit onderscheid dan ook losgelaten. Hierbij ging het om een managehouder die bosritten organiseert. Een ruiter komt tijdens zo’n rit ten val en spreekt de managehouder aan. De polis biedt uitsluitend dekking als de instructeur en ruiter over een diploma beschikken, wat niet het geval was, vergelijkbaar als het valschermzweeftoestel derhalve.

Oordeel Hoge Raad

“De Hoge Raad ziet aanleiding dit, in de praktijk niet steeds gemakkelijk te hanteren, onderscheid niet meer te maken. Bij beantwoording van de vraag of een beroep op een beding in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, behoeft bij verzekeringsovereenkomsten geen andere benadering te worden gevolgd dan bij andere overeenkomsten. Er is geen reden om bedingen die de verzekeraar inroept om uitkering geheel of ten dele te weigeren, op voorhand te onderscheiden in bedingen waarbij een beroep op de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid op de hiervoor in 3.2 bedoelde grond niet kan slagen en bedingen waarbij dat onder omstandigheden wel kan. De rechter behoeft dus niet, alvorens het beroep van de verzekerde op de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid te beoordelen, het beding te kwalificeren aan de hand van het hiervoor in 3.2 genoemde onderscheid.

Met andere woorden vanaf dit arrest moet een rechter het beroep op de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid beoordelen, zonder eerst tot een kwalificatie van de uitsluitingsgrond over te gaan. Dit gaat de praktijk meer duidelijke handvaten geven en zal ook leiden tot minder divergerende rechtspraak.

Weigert een verzekeraar u een uitkering op grond van een uitsluitingsbeding en u twijfelt of dit al dan niet terecht is, neem dan contact op met Gommer Advocaten. Wij zijn u graag van dienst bij de beoordeling van uw kwestie.

 

Linda Evers

Gommer Advocaten | Pensioenrecht | Financieel Recht | Verzekeringsrecht

 

  • Hoge Raad, 16 februari 2024, ECLI:NL:HR:2024:258
  • Hoge Raad, 27 oktober 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA7915
  • Hoge Raad, 9 juni 2006, ECLI:NL:HR:2006:AV9435

Contact

Neem contact met ons op

"*" geeft vereiste velden aan

*
*
*
*