Vragen of afspraak maken?

Stuur ons een bericht op Whatsapp

Geplaatst op 19 juli 2022

Pensioenregeling zelfstandigen

In het Pensioenakkoord 2019 werden niet alleen afspraken gemaakt over de behandeling van pensioen in de tweede pijler, maar kwamen tevens onderwerpen als de bevordering van duurzame inzetbaarheid van werknemers ter sprake. Op deze manier was de stijging van de AOW-leeftijd getemporiseerd en ingezet op een ‘leven lang ontwikkelen.’

Ook waren er afspraken gemaakt over het pensioensparen door zelfstandigen. In de Memorie van Toelichting (MvT) op de Wet Toekomst Pensioenen (WTP) wordt hier onder andere naar verwezen. Daarbij wordt opgemerkt dat het kabinet de pensioenopbouw onder zelfstandigen wenst te stimuleren.

 

Werknemers nemen over het algemeen deel aan de pensioenregeling van hun werkgever en bouwen zo pensioen op. Zelfstandigen zijn in beginsel zelf verantwoordelijk voor hun pensioenopbouw en hebben beperkt toegang tot de voorzieningen in de tweede pijler. In veel gevallen is de hoogte van alleen de AOW-uitkering op de pensioendatum niet genoeg om te voorzien in de inkomensbehoefte. Hierdoor zullen zelfstandigen genoodzaakt zijn een aanvullende voorziening te treffen óf langer door te werken. Dit zal echter niet in alle gevallen gewenst of überhaupt mogelijk zijn. Bijvoorbeeld wanneer de zelfstandige fysiek niet in staat is de werkzaamheden te verrichten óf eerder arbeidsongeschikt is geraakt. Desondanks investeren veel zelfstandigen niet in hun (pensioen)inkomen voor later, dit vaak ook gezien de hoogte van de financiële investering van dergelijke voorzieningen.

 

Het experiment

In de MvT heeft de regering aangegeven te willen onderzoeken of de mogelijkheid tot deelname van zelfstandigen aan een pensioenregeling in de tweede pijler kan worden uitgebreid. Met de vraag of dit vervolgens ook de pensioenopbouw door zelfstandigen gaat stimuleren. Daarvoor is experimenteerwetgeving opgesteld die bij algemene maatregel van bestuur afwijkt van het regime van de Pensioenwet.

Het experiment beoogt het voor zelfstandigen mogelijk te maken vrijwillig deel te nemen aan een pensioenregeling door aan te sluiten bij de pensioenregeling van de bedrijfstak, of de pensioenregeling van de opdrachtgever of door aan te sluiten bij de pensioenregeling van een algemeen pensioenfonds, verzekeraar of PPI. Hierbij dient te worden opgemerkt dat de betreffende pensioenregeling wel dient te voorzien in deze mogelijkheid tot vrijwillige deelname.

Naast het openstellen van een bestaande pensioenregeling, kan een aparte pensioenregeling worden geopend voor zelfstandigen waaraan vrijwillig kan worden deelgenomen. De pensioenregeling kan voorzien in de opbouw van een ouderdomspensioen, maar tevens het risico van arbeidsongeschiktheid verzekeren, voorzien in een arbeidsongeschiktheidspensioen en/of de mogelijkheid tot premievrije voortzetting. Dit kan zelfstandigen dan aanvullende voorzieningen bieden, ook gelet op de uitgestelde verzekeringsplicht.

 

Conclusie

De WTP en de MvT zijn op 30 maart jl. ter behandeling aan de Tweede Kamer aangeboden. Het is dan nog de vraag hoe de ‘experimenteerwetgeving’ doorgang zal vinden en hoe dit verwerkt wordt in de pensioenregeling. Voor werkgevers die veelvuldig samenwerken met zelfstandigen kan het interessant zijn deze ontwikkelingen in de gaten te houden. Wanneer de pensioenregeling gaat voorzien in deze mogelijkheid, is aan de werkgevers c.q. opdrachtgevers om ‘hun zelfstandigen’ te informeren.

Deelname aan de pensioenregeling kan, afhankelijk van de mogelijkheden van die regeling, bijdragen aan de duurzame inzetbaarheid van zelfstandigen. Dit laat echter onverlet dat het nog steeds de vraag is of zelfstandigen hier gebruik van zullen maken, mede gezien de financiële impact van dergelijke regelingen. Gommer & Partners Pensioen Advocaten volgt deze ontwikkelingen uiteraard op de voet.

mr. Suus van Ingen

Contact

Neem contact met ons op

"*" geeft vereiste velden aan

*
*
*
*