Scheiding volgens Boon/Van Loon – een praktische uitwerking

Pensioen verdelen – het uitgangspunt

Voor de verdeling is de waarde van de pensioenaanspraken op de scheidingsdatum van belang. Het onderstaande voorbeeld dient ter illustratie en geeft een totale en te verdelen waarde van € 200.000,–.

De totaal te verdelen waarde bedraagt € 200.000,–. Iedere partner heeft dan recht op € 100.000,—. De waarde van het partnerpensioen is in ieder geval voor de ex-partner. In bovenstaand voorbeeld bedraagt dit € 50.000,–. De ex-partner heeft dan nog aanvullend recht op een deel van de waarde van het ouderdomspensioen, namelijk € 50.000,–.

De overige waarde van het ouderdomspensioen (€ 100.000,–) is dan voor de pensioengerechtigde partner. Net als de toekomstige pensioenopbouw. Hierdoor ontvangt iedere partner dus de helft van de totale waarde van de pensioenaanspraken op de datum van de scheiding. Dit geeft het volgende overzicht:

Pensioen verdelen – uitbetaling

Er zijn volgens de Hoge Raad drie manieren om uitvoering te geven aan de verdeling: 1) het betalen van een bedrag ineens, 2) het afsluiten van een lijfrente, of 3) een voorwaardelijk recht op een deel van het ouderdomspensioen. Hiermee wordt bedoeld dat de ex-partner op de pensioendatum van de pensioengerechtigde partner aanspraak kan maken op een deel van die pensioenuitkering. Dit sluit het meest aan bij de pensioengedachte, namelijk inkomen voor de oude dag.

De ex-partner krijgt bij scheiding een voorwaardelijk recht op een deel van de pensioenuitkering. Op de pensioendatum – vaak vele jaren later – moeten de ex-partners vervolgens zelf uitvoering gaan gegeven aan de pensioenverdeling én de maandelijkse betalingen verrichten. De pensioenuitvoerder werkt hier niet aan mee. In (een van de) volgende blogs gaan we in op de discussies die bij deze uitvoering vaak spelen.